Uit het Boek: ‘De Magie van Seksuele energie’

Richard
Richard is zo’n man die op zijn 35ste al plannen maakt voor na zijn pensioen. Hij is enthousiast, staat nooit stil en vertelt graag een mop of goed verhaal. Hij is nooit ziek en sommigen betichten hem van ADHD. Wat hij niet doet is af en toe stil worden en naar binnen gaan. Even niet-doen, zodat er rust ontstaat en de gevoeligheid kan terugkeren in zijn lichaam. Hij denkt snel, loopt snel en eet snel – bang om iets te missen. Hij vindt het lastig om te vertragen en ziet er de waarde niet van in: ‘Het gaat toch goed zo, zo ben ik nu eenmaal’.

Ondertussen loopt zijn seksuele relatie spaak

Door aldoor in actie te zijn, vermijdt hij om dieper te voelen. Zo hoeft hij de pijn en leegte van zijn eigen onvervulde behoeften niet te voelen. En door het teveel aan yang trekt het yin, het vrouwelijke, zich in hem terug. Hij begrijpt het concept mannelijke en vrouwelijke seksualiteit wel, maar hij kan het niet voelen. Hij kan contact maken met zijn hoofd, met zijn denken, maar niet met zijn lichaam, dus beschikt hij niet over de wijsheid van zijn lichaam. Zijn lichaam is sterk en lijkt op een harnas dat een schat beschermt, niet wetende dat de schat zich binnen in het harnas bevindt. Hij is zoekende, zonder te beseffen dat hij naar de diepte en het vergeten weten van het vrouwelijke zoekt. Hij is de verbinding met de voedende donkerte kwijtgeraakt en daardoor gaat hij onbewust over zijn eigen (vrouwelijke) grenzen heen.

In hem ontstaat een disbalans waardoor hij de werkelijke waarde van het vrouwelijke niet kan voelen en waarderen, dus ook niet de vrouwelijke seksualiteit in hun relatie. Hij wenst zich een vurige en passievolle vrouw, die ze ooit ook was. Het begin van hun relatie was, zoals zoveel relaties, vol actie. Vol mannelijke seksualiteit. Hij wil dat terug omdat hij zijn eigen mannelijkheid daarin herkent.

Aan zijn vrouwelijke bron schenkt hij geen aandacht. Diep van binnen ‘weet’ hij dat er een reden is waarom hij de diepte ontwijkt. Onbewust is hij angstig voor het donker, waar hij geen zicht (en dus geen controle) over heeft. Hij heeft geen verbinding en dus ook geen invloed op de stille en haar mysterieuze kracht, die erop wacht tot ze wakker gekust wordt. Zou hij zijn vrouwelijke waterkracht toelaten, kan hij zijn mannelijke vuur beheren en mag het allemaal wat langzamer. Zachter en luier. Doelloos en langer. Meer vanuit ontspanning en met meer genot.

Dit vraagt van hem om zijn oude manier van – en ideeën over – seksualiteit los te laten, nog zonder dat hij weet wat hij ervoor terugkrijgt. Meer vrouwelijkheid toelaten maakt hem niet minder man, zijn mannelijkheid zal juist in kracht toenemen omdat hij zichzelf kan dragen. Door Seksuele Kung Fu leert hij zijn eigen vuur beheren, waardoor hij ook minder snel klaarkomt. Dat en het feit dat hij door de training zijn eigen vrouwelijkheid heeft omarmd, is zijn seksuele relatie ten goede gekomen.

Het antwoord is een stukje uit het boek ‘De Magie van Seksuele energie’ dat ik aan het schrijven ben.

Heb je ook interesse in het boek, kun je dat hier alvast bestellen.

Bemin Jezelf en Elkaar,

Judith Bruin